Waarom grote meubels zo vaak vastlopen in Amsterdamse trappenhuizen

Wie in Amsterdam Centrum verhuist, krijgt er vroeg of laat mee te maken: een trappenhuis dat zó smal en steil is dat grote meubels nauwelijks naar boven kunnen. In onze dagelijkse praktijk zien we dat ongeveer 70% van de banken niet via het trapgat omhoog komt. Het is niet dat mensen verkeerd meten — het ligt vooral aan de typische bouw van Amsterdamse panden: scherpe bochten, smalle bordessen en trappen die bijna recht omhoog lopen.

Een veelvoorkomende fout tijdens verhuizen

Wat we vaak zien, is dat mensen eerst alle dozen en kleine meubels naar boven brengen, en de grote stukken voor het laatst bewaren. Logisch gedacht, maar in Amsterdam pakt dat soms verkeerd uit.
Want als je pas aan het einde van de verhuizing ontdekt dat je bank écht niet door de trap past, dan staat je hele planning op z’n kop.

Het werkt juist handiger om met de grootste meubels te beginnen. Blijkt het trappenhuis te smal, dan kun je meteen een verhuislift inzetten en in datzelfde uur ook de rest van de grote spullen naar boven laten liften. Zo voorkom je dat je alleen nog een lift nodig hebt voor één bank terwijl al het andere al naar boven is gesjouwd.

Hoe kun je inschatten of een trap groot genoeg is?

De officiële manier is natuurlijk meten: breedte van de trap, lengte van de bank, hoogte van het plafond, de bocht op de verdieping. Toch merk je in de praktijk dat de meeste mensen vooral kijken naar twee elementen:

  • De steilheid van de trap – hoe rechter hij is, hoe lastiger draaien.

  • De bochten – vooral in oude panden maakt één scherpe draai vaak het verschil tussen “het past nét” en “het wordt echt niets”.

In buurten zoals de Jordaan, De Pijp, Oud-West, Centrum en Oud-Zuid zien we elke week dezelfde situaties terug. Mooie huizen, maar trappen waar een grote bank nauwelijks een kans heeft.